Salomon, Henriëtte en Kaatje van Gelder
Salomon,
Henriëtte en Kaatje, zoon en dochters van de slager
David van Gelder en zijn vrouw Sara, blijven
ongehuwd. Ze wonen wonen in het ouderlijk huis aan
de Koppelsbrink, naast de klopjeswoningen. Salomon
doet in manufacturen, hij gaat ‘met het pak op de
fiets’ de boer op of staat op de markt met
tweedekeus goed van Spanjaard. Ze hebben ook een
winkel in manufacturen, die ze op 1 november 1941
sluiten op bevel van de Duitsers. Voor de oorlog
heeft hun broer Aron/Dolf ook een slagerij in dit
pand. In de oorlog wordt Salomon met zijn twee
zussen naar Vught gebracht, en daarna naar
Westerbork. Salomon en Henriette worden op 11 mei
vanuit Westerbork naar Sobibor vervoerd en daar
direct na aankomst vergast. Kaatje ondergaat twee
weken later hetzelfde lot.