Isaac en Hedwig Lievendag
Isaac,
de zoon van Joseph en Friederike, wordt in 1899
geboren. Hij gaat werken bij de afdeling transport van
de firma Spanjaard en trouwt met de Duitse Hedwig
Weinberg. Ze wonen op verschillende plekken in Borne,
maar tijdens de oorlog staat hun huis aan de Von
Bönninghausenstraat (nu nummer 27, gesloopt).
De moeder van Hedwig, de
weduwe Henriette Weinberg-Israel is
in 1939 uit
Duitsland gevlucht en woont in bij haar dochter en
schoonzoon. Als reden voor het aanvragen van een
verblijfsvergunning staat vermeld dat zij in Duitsland
onvoldoende middelen van bestaan heeft. Haar schoonzoon
Isaac geeft aan bij Spanjaard een gemiddeld weekloon van
16,50 te verdienen en zijn vrouw Hedwig verdient twee ā
drie gulden per week met het maken en herstellen van
damesgoederen. Kennelijk is dit niet genoeg om ook de
weduwe Weinberg te onderhouden, want de Israëlische
gemeente zegt toe wekelijks met 3,- te zullen
bijspringen.
Ook een zus van Hedwig en
haar man krijgen toestemming tot een tijdelijk verblijf
in Borne, op doorreis naar de Verenigde Staten. Volgens
de aanvraag van Hedwig was hun leven in Duitsland
ondraaglijk geworden. Of de emigratie gelukt is, is niet
bekend.
In de oorlog wordt Isaac
tewerkgesteld in Kesteren. Zijn vrouw en schoonmoeder
worden enkele maanden later opgehaald en met hem in
Westerbork herenigd. Twee weken later worden ze naar
Auschwitz gedeporteerd, waar de vrouwen direct worden
vergast. Isaac wordt opnieuw gedwongen te werken tot hij
in maart 1943 overlijdt.