Over het spoor aan de Oude Deldensestraat
wonen in het begin van de oorlog Joël Falkenburg (geboren in Sneek in
1877) en zijn vrouw Amalia Mildenberg (geboren in Laer in 1872).
Amalia is een zus van Friederike die met haar man Joseph Jacobs in Borne
woont.
Amalia is eerder getrouwd geweest met de heer
Max Frankenhuis. Ze kreeg met hem drie zonen: de oudste zoon, Salomo
Frankenhuis, werd in 1902 in Zwolle geboren en in Borne volgden nog twee
zonen, die allebei jong stierven. Vader Max overleed in 1920. Salomon bleef
bij zijn moeder wonen en werd godsdienstleraar; een niet-Joodse vriend
herinnert zich dat hij een goed raadgever was. Ze verhuisden naar Hengelo.
Met de heer Joël Falkenburg, haar tweede man,
gaat Amalia opnieuw in Borne wonen. Joël is koopman, hij loopt altijd ‘met
het pak’, zijn koopwaar. Ook heeft het echtpaar een winkeltje in de
voorkamer van hun huis. Het gezin staat bekend als een arme familie.
In de oorlog wordt Amalia’s zoon Salomo
Frankenhuis in augustus 1942 opgepakt voor het werkkamp Overbroek en later
vertrekt hij naar Westerbork. Hij wordt in 1943 naar Auschwitz gedeporteerd
en gaat gelijk door naar de gaskamers.
De heer Falkenburg moet mee met het grote
transport naar Vught. Zijn vrouw is ziek als de massale deportatie vanuit
Borne naar Vught plaatsvindt in april 1943. Zij wordt per autobus direct
naar Westerbork gebracht. Ze ziet haar man daar later terug, want ze wordt
gelijk met hem vanuit Westerbork naar Sobibor getransporteerd. Ze worden er
in mei 1943 vergast.